Kruisboogschieten

Wipschieten

Deze kruisboogdiscipline komt voort uit de jacht. Het was de wijze waarop jagers vroeger fazanten uit bomen schoten. Ze slopen op kousenvoeten dichterbij en verrasten de vogels in hun slaap. Er wordt omhoog – dus verticaal – geschoten. Mede daarom wordt er ook geschoten met een speciaal voor deze discipline geschikte boog, die makkelijk op je schouder rust. Bovendien is er een magneetje in de schacht van de boog geplaatst, zodat de pijl blijft liggen als je omhoog richt. De pijlen hebben, in tegenstelling tot de andere  disciplines, geen scherpe punt, maar hebben een plat, bot uiteinde. Het is de bedoeling om een metalen schijf van een mast van 12,5 meter hoog te schieten. Ieder raak schot levert één punt op. In een wedstrijd worden schijven gebruikt variërend van 80 mm tot 60 mm. In het verloop van de wedstrijd worden de schijven steeds kleiner. Bij een gelijke stand wordt er op een nog kleiner schijfje geschoten deze schijf is 40 mm. De schijf kan er via een koord in de paal weer opgetrokken worden.