Periode 1947 tot 1955
Op zondag 19 januari 1947 werd in hotel Tunnissen in Boxmeer de eerste naoorlogse algemene vergadering gehouden onder voorzitterschap van Jean Hendriks uit Vierlingsbeek, waarbij alle gevallenen van de oorlog werden herdacht. Er werd een voorlopig bestuur gekozen, waarbij voorzitter Jean Hendriks zich niet meer beschikbaar stelde. Het voorlopig bestuur werd op 9 februari 1947 definitief gemaakt en bestond nu uit:
- Voorzitter: H. van der Sterren uit Boxmeer
- Secretaris/penningmeester: H. Jacobs uit Sambeek
- Bestuurslid: J. arts uit Cuijk
- Bestuurslid: L. Derks uit Sint Hubert
- Bestuurslid: Chr. van Tienen uit Ledeacker
Tijdens deze vergadering werd de contributie van de leden vastgesteld op ƒ 5,-.
Om de schuttersgilden weer actief te krijgen werd er in 1947 meteen weer een gildedag georganiseerd en wel in Gassel vanwege het 400-jarig bestaan van het Sint Jansgilde.
In februari 1948 werd de naam "Bond" veranderd in "Kring", zodat de naam werd: "Kring van Schuttersgilden Land van Cuijk" en die tot op heden nog steeds zo luidt. Aangesloten gilden: Sint Anthonis, Beers, Beugen, Boxmeer, Cuijk, Cuijk-Vianen, Escharen, Gassel, Groeningen, Haps, Holthees, Sint Hubert, (Groot) Linden, Oploo, Overloon, Sambeek en Vierlingsbeek. De reglementen van de "federatie" en de "kring" werden hier en daar wat aangepast aan de eisen van de tijd. De vergaderingen werden niet meer in de plaats waar de kringgildedag had plaatsgevonden, maar in het centraal gelegen Boxmeer.
In 1949 werden de schuttersgilden uit Noord-Limburg in de gelegenheid gesteld om zich aan te sluiten bij de "Kring", nadat de "federatie" toestemming aan Land van Cuijk om haar grondgebied uit te breiden naar Noord-Limburg, had gegeven. Het doel was genoeg actieve schuttersgilden te krijgen in Noord-Limburg zodat er eventueel een eigen kring gevormd kon worden. De eerste schuttersgilden uit Noord-Limburg Gennep, Geijsteren en Venray werden lid van de "kring".
In 1950 werd de contributie verlaagd naar ƒ 2,50. Er waren in dat jaar nog weinig schuttersgilden gekostumeerd (Beugen, Boxmeer, Groeningen, Haps en Linden) en dus werden in de optocht afzonderlijke prijzen beschikbaar gesteld voor gekostumeerde en niet-gekostumeerde schuttersgilden. Onder gekostumeerd werd verstaan: "alle gildebroeders dragen hetzelfde, waarbij de kostumering minstens moet bestaan uit lange kousen en kuitbroek". Ook werd er in 1950 een klasse-indeling voor vendeliers gemaakt en een promotieregeling. De vendelier die drie keer in een klasse een eerste prijs won promoveerde naar een hogere klasse. Daarnaast werd er vastgelegd dat er geen dames aan de optocht mochten deelnemen met uitzondering van de koningin met ten hoogste twee hofdames, voor het uitbeelden van de patroonheilige, of als gildezusters die uit historisch oogpunt bij het schuttersgilde behoren.
In 1952 kwamen de afmetingen van de vendels herhaaldelijk ter discussie, maar uiteindelijk werd in federatieverband, de afmetingen definitief vastgesteld op 1.80 meter bij 1.80 meter.
In 1953 werd een indeling van de schuttersgilden voor de kostumering gemaakt en wel als volgt:
- Geheel gekostumeerde gilden zoals in: Beugen, Boxmeer, Groeningen, Haps en Linden
- Schuttersgilden die wel geuniformeerd waren doch geen speciale gildekostuums bezaten zoals in: Gennep, Geijsteren, Heijen en Venray.
- De overige schuttersgilde met name: Beers, Escharen, Gassel, Holthees, Sint Hubert, Oploo, Overloon, Vianen en Vierlingsbeek
In 1953 werd ook voor het niet bezoeken van een kringgildedag een boete van ƒ 10,- opgelegd. Hiervan was ƒ 5,- voor de kirngkas en ƒ 5,- voor het organiserende gilde.
In 1955 werd aan het kringbestuur een lid "van over de Maas" (Noord-Limburg) toegevoegd, echter zonder stemrecht. Dit was dhr. van Wanroy uit Gennep. In datzelfde jaar kreeg kringvoorzitter H. van der Sterren een pauselijke onderscheiding voor zijn vele verdiensten op sociaal en maatschappelijk gebied.
Bron: De Gouden Guld